U heeft geen artikelen in uw winkelwagen.
De Ensata’s (ook wel Japanse Iris genoemd) worden geleverd met afgesneden bladeren en afgekorte wortels. Hoe sneller de Irissen geplant worden, hoe minder vertraging ze ondervinden met de hergroei. Als u de Irissen ontvangt en niet direct kunt planten, de wortels goed nat houden
De standplaats van de Irissen is halfschaduw tot volle zon. De Ensata heeft liever een zware rijke en wat zuurdere grond, een PH van 5.0 tot 6.5, en houden van veel vocht. Tijdens de zomermaanden kunnen ze zelfs in het water staan. De plantafstand tussen 2 planten is ongeveer 45 cm. Plant de Irissen voldoende diep en bedek ze met minstens 5-10 cm aarde. De nieuwe wortels ontwikkelen zich boven de oude wortels. Door dieper te planten kunnen ze langer blijven staan. Op zanderige grond groeien en bloeien ze even rijk mits er voldoende turf en voeding toegevoegd wordt.
Het eerste jaar na het planten zullen ze weinig tot geen bloemen geven, doch naarmate ze ouder worden neemt de bloei zeer rijkelijk toe. Verwijder het loof in november tot op 10 cm van de grond. Na 4-5 jaar zal het nodig zijn de Irissen te scheuren. Dit is noodzakelijk om de groei en bloei in stand te houden, anders kwijnt de plant weg. De beste periode om de Irissen te verplanten is na de bloeiperiode (juli -augustus). In het eerste jaar een afdekking met stro begin november zal de irissen beschermen tegen vorst. Meerjarige planten vinden een strodek in de winter ook fijn. Maar is met lichte vorst niet nodig. Verwijder het stro na de vorst periode (begin maart). Als de Japanse iris in een filter of vijver staat zorg dat hij diep genoeg onder waterstaat zodat deze niet dood kan (droog)vriezen.
De ensata is een stikstof eter. We bemesten in het voorjaar en na de bloei, met samengestelde meststoffen (12-10-18), oude stalmest of bloed- en beendermeel. Voor de groei hebben planten namelijk stikstof (N) nodig . Voor de wortelvorming is er fosfor (P) nodig. Fosfor komt voor in de vorm van fosfaat. Voor de rijke bloei zorgt Kalium (K).Voor de vorming van bladgroen en assimilatie helpt magnesium (MgO). De volgorde die er op de verpakking van de meststoffen staat is altijd hetzelfde. Als er bij een meststof b.v. op de verpakking staat 10-4-8-3, dan wordt hiermee bedoeld dat er 10% Stikstof, 4% Fosfaat, 8% Kali en 3% Magnesium in zit.
Als er van deze meststof b.v. 10 kg per are wordt gestrooid, dan ligt er 1 kg Stikstof, 0,4 kg Fosfaat, 0,8 kg Kali en 0,3 kg Magnesium.
De hoeveelheid stikstof bepaalt eigenlijk altijd de maximum hoeveelheid die er van een mengmeststof wordt gestrooid. Als er na het strooien van de mengmeststof nog tekorten ontstaan in de overige elementen, dan kunnen deze het beste worden toegevoegd met enkelvoudige meststoffen zoals:
Patentkali bevat 30% Kali en 10% Magnesium
Tripelsuperfosfaat bevat 38% Fosfaat
Kieseriet bevat 27% Magnesium
De Ensata is gevoelig voor bladtrips. Een insect dat de cellen van het loof leegzuigt. Makkelijk te herkennen aan de rode stippen die hierbij ontstaan. Het gebruik van een insecticide werkt doeltreffend.